vrijdag 11 februari 2011

zelfevaluatie



Zelfevaluatie student: ga in op, persoonlijke, vakdidactische en inhoudelijke aspecten
Wat ging goed?
Waardoor kwam dat?






-          de inleiding van de kunstenaar: Dit verliep goed, het was duidelijk d.m.v. de plaatjes wat de kunstenaar voor werk maakte.
Dit kwam vooral door de voorbeelden die we lieten zien.
-          studenten gingen aan de slag, ging prima, er waren vele leuke ideeën.
-          Nabespreking: Ook dit verliep goed, er kwam een goed gesprek en hebben gelukkig genoeg tijd gehad om alle foto’s te bespreken en ieder groepje aan het woord te laten.
Wat ging niet goed?
Waardoor kwam dat?






-          opdracht uitleg was in het begin beetje onduidelijk, later begreep echter iedereen de opdracht.
Dit kwam vooral door het te snel uitleggen, later nogmaals op een rustiger tempo gedaan en toen was het helder.
- we wilden teveel helpen, uit de nabeschouwing bleek dat de studenten het juist ook fijn vinden om zelf even rustig na te kunnen denken en tot een idee te komen.
Is het lesdoel bereikt?







Het lesdoel is bereikt, we hebben ze op een andere manier laten kijken naar de werkelijkheid, met name door de begrippen die we eraan gekoppeld hadden.
Het idee was ook om wat meer op de kunstenaar in te gaan dit vonden ze fijn en duidelijk. Dit is ons ook gelukt.
De eindresultaten waren zeer mooi en vele leuke ideeën, waar we natuurlijk ook naar streefde. 
Samenvatting opmerkingen docent en medestudenten,

















Aandachtspunten voor de volgende les

-          bij uitleg: licht aan en zorgen dat er verder niets te zien is zodat de studenten ook niet afgeleid raken.
-          Het helpen minimaal houden, zorgen dat je wel rondloopt zodat ze altijd naar je toe kunnen komen om vragen te stellen.



voorbereidingsformulier educatieve activiteit

ARTEZ INTERFACULTAIR PROJECT EHBK VOORBEREIDINGSFORMULIER   EDUCATIEVE ACTIVITEIT

Student(e)

Begeleider         
Vivian Janssen

Anneke Meijers
Datum
Klas
Aantal lln.
8-2-2011
 DBKV 1a
14
Vak,Project, Thema:
  
Wat is werkelijkheid?
Beginsituatie:
- powerpoint d.m.v. beamer, les creëren en geven aan studenten in opleiding voor dans en drama. Met als uitgangspunt Robert Therrien, gecombineerd met wat is werkelijkheid?
Lesdoelen en inhoud: (noem concrete begrippen)
-          ander kijken naar vertrouwde omgeving
-          dit door wat is werkelijkheid? M.b.t. fotografie
-          belangrijke begrippen m.b.t kunstenaar Robert Therrien noemen/uitleggen en vastleggen in de opdracht die ze moeten uit gaan voeren
(Vak)didactische leerdoelen:

-          theoretische inleiding op de kunstenaar
-          opdracht introduceren
-          camera ruimte laten ervaren
-          nabespreking


Inhoudelijke leerdoelen:


-          groepen helpen en vragen stellen
-          het anders gaan kijken, dit ook weer met betrekking tot de begrippen en de eisen die we stellen bij de opdracht.

Checklist materialen:
-beamer
- cardreader

Alternatieven:
- iedereen op de hoogte stellen van het meenemen van een camera.


<></>
Lesfase
Tijd
Leerinhoud Puntsgewijs en verwijs evt. naar bijlage
Didactische aanpak, organisatie en middelen

- Inleiding






- Vervolg Inleiding









- praktische gedeelte





Na – bespreking
5 min.






5 min.










15 min.






5 min.
Hierbij gaan we uitleggen wat Robert Therrien zoal maakt. Hierbij laten we plaatjes zien dit doen we door de beamer te gebruiken. 


Uitleg van de opdracht die we aan Robert Therrien gaan koppelen. Ook met de uitleg erbij van wat is werkelijkheid en hoe koppel je dit aan de foto - opdracht.





Studenten gaan aan de slag.






 We stellen de studenten vragen en bespreking kort na hoe alles gegaan is.
-          theorie, door uitleg
-          We hebben een powerpoint gemaakt die we laten zien met een beamer.
-          Inleiding door Ferdinand.



-          theorie, door uitleg gevend
-          We hebben vooraf groepjes gemaakt, elk groepje heeft zijn eigen voorwerp en een eigen begrip wat we weer gekoppeld hebben aan de kunstenaar. (opdracht)
-          ook weer aan de hand van de powerpoint. Op het einde van de uitleg nog even duidelijk alles op een rijtje zetten. Kijk hier nog na en let daar op bijvoorbeeld.
-          Opdracht uitleg door Emma


-          wij lopen rond om eventueel vragen te stellen of groepjes te helpen.
-          Ondertussen maken we alles even klaar voor als de studenten weer terug komen, zodat snel alle foto’s op de computer gezet kunnen worden


-          dit doen we door het stellen van vragen zoals:
·         hoe heb je deze les ervaren tegenover de les van dinsdag?
·         Heb je de kunstenaar Robert Therrien nog in je achterhoofd gehouden of is dit erdoorheen geschoten?
·         het kort bespreken per foto en de groepjes hun mening en gedachte hierbij laten vertellen.
-          na – bespreking door Laurie en Vivian

woensdag 9 februari 2011

reflectieverslag

Mijn persoonlijke leerdoelen:
Ik neem een aantal punten in mijn verslag op zonder na de competenties te kijken, maar juist punten die voor mezelf van belang zijn bij dit project:

  Samenwerking vind ik hierbij een belangrijk punt. Vooral omdat je in kleine groepjes bent, heb je de gelegenheid om veel contact te leggen met studenten van de andere discipline. En hiermee dan ook (goed) samen te kunnen gaan werken.
Gesprekken voeren vind ik ook belangrijk. Vooral omdat ik van mezelf weet en het moeilijk vind om met andere mensen juist een gesprek aan te gaan en vragen te stellen hierbij.
  Planning vind ik bij dit project een belangrijk punt. Ik merk bij mezelf dat ik het allemaal nog op me af laat komen en dat het zo hier en dan nog een beetje voor verwarring zorgt. Alles netjes op een rijtje hebben en wekelijks bij blijven en weer nieuwe informatie krijgen helpt me hierbij om de nodige stress te voorkomen.
  Verdieping in dans en theater speelt natuurlijk ook een rol. Dit is de kans om juist van de andere vakken te proeven en ruiken. Hier wil ik daarom ook meer van te weten komen.
  Denkwijze verbreden en verdiepen. Dit door mijn manier van kijken op vooral dans en theater uit te breiden en hier ook open voor te staan om juist mee te maken hoe hun tegen de kunst aankijken en hoe hun het allemaal ervaren
  Niveau. Hierbij wil ik ontdekken hoeveel de studenten van dans en theater al van ons vak weten. En vooral hoe zij met onze lessen en informatie omgaan.

Beroepstaak 1. Het ontwikkelen, ontwerpen en uitvoeren van CKV lessen
Creërend vermogen:
Door nu in dit project ook meer in de wereld van dans en theater te duiken hoop ik dat ik voor mezelf ook op een bepaalde wijze ga kijken naar de theater en dans studenten. Want hoe ik nu vanuit mezelf erna kijk weet ik eigenlijk vrij weinig van deze disciplines. Met name hoop ik dat ik hier meer uit haal voor mezelf en deze ideeën m.b.t. dans en theater zelf later te kunnen gaan gebruiken. Hierdoor zou ik een bredere gedachte krijgen, waardoor me dit hopelijk gaat helpen om mijn lessen, lesbrieven enz. te gaan samenstellen.
Kunstpedagogisch vermogen:
Door in dit project ook juist praktisch bezig te zijn, krijg ik hopelijk een beter beeld om juist ook praktische activiteiten rond een culturele activiteit te gaan ontwerpen. Dit vind ik namelijk nu momenteel, als ik kijk waar ik nu sta in dit vak, nog heel lastig. Dit mede omdat ik vrij weinig tot niets ervan af weet en me er helemaal niet meer in verdiept heb. Dit geeft mij nu de kans om dit juist wel toe te kunnen gaan passen.
Vermogen tot samenwerken:
CKV is een breder vakgebied. In het vak CKV komen ook veel andere onderwerpen aan bod waar wij als beeldende groep op dit moment nog vrij weinig van af weten. Het is bij dit project ook mooi om daarom vanaf nu al samen te werken met mensen die andere voorkeuren kennen in de kunstwereld. Hier kom je namelijk over een tijdje ook mee in contact als je in de praktijk het vak CKV aan leerlingen gaat geven. Samenwerking vind ik dus heel belangrijk bij dit project.
Vermogen tot groei en vernieuwing:
Met name hierbij belangrijk vind ik de praktijk van het vak. Hoe ga ik het later uitvoeren? Op wat voor verschillende manieren kan ik dit doen? Op welke manieren kan dit? Enz. Dit door nu als veel samenwerking  te creëren.
Reflectief vermogen:
Voor mezelf na gaan wat ik nog wil gaan bereiken maar ook wat ik al bereikt heb. Of hoe ik hier nog verder in kan gaan. Regelmatig terug kijken op fouten die ik gemaakt heb of dingen die ik juist goed gedaan heb.

Beroepstaak 2. Het ontwikkelen, ontwerpen en uitvoeren van interdisciplinaire projecten, zowel binnen- als buitenschools.
Creërend vermogen:
Het maken van een interdisciplinaire productie. Dit door me regelmatig in andere onderwerpen te verdiepen. Met name als ik zelf met een project of opdracht bezig ben.
Kunstpedagogisch vermogen:
Hierbij zou ik het mooi vinden om mijn (onze) eigen gedachte te beschrijven en uit te leggen aan de groep en ben ik erg benieuwd naar de reflectie en reactie die hun terug geven en hoe hun erover denken.
Operationaliserend vermogen:
Mijn leerlijn te verbreden. Het verder ontwikkelen van mijn eigen visie vind ik hierbij belangrijk.
Vermogen tot samenwerking:
Door met 3 andere klasgenoten samen te werken, zorgen we samen voor een workshop die we gaan geven. Natuurlijk wil ik vooral hiervan ook veel leren, omdat hier mijn meeste interesse ligt in dit vakgebied. Hierbij kan ik dan ook veel van de andere studenten – beeldend leren.
Vermogen tot groei en vernieuwing:
De visie van onze ‘beeldende groep’ willen we duidelijk over laten komen. Dit is voor ons groepje ook een duidelijk punt waar we ons best voor gaan doen. 
Reflectief vermogen:
Als we onze workshop gegeven hebben in de klas, is het voor mezelf handig om punten te noemen dit goed gingen en punten te noemen waar nog verbetering in kan zitten. Dit is voor mezelf dan ook een leerproces.

Beroepstaak 3. Het ontwikkelen, ontwerpen en uitvoeren van Kunst (algemeen) lessen (in het eerste studiejaar is de uitwerking van deze beroepstaak uitsluitend voorwaardenscheppend)
Kunstpedagogisch vermogen:
Door dit project, met name het gedeelte cultuurgeschiedenis, hoop ik ook op het theoretisch vakgebied meer informatie en kennis op te doen. Zodat deze onderwerpen ook in mijn CKV lessen aan de orde zouden kunnen komen.
Vermogen tot samenwerking:
Ook hierbij komt weer terug dat ik graag zou zien dat we onze gedachten met z’n alle kunnen verbreden en uiteindelijk tot een eindproduct komen waarvan we allemaal een gedeelte aan toegevoegd hebben. En dit dan ook te kunnen presenteren.
Communicatief vermogen:
Hierbij vind ik onze presentaties belangrijk. Hoe we als groep de taken verdelen en elkaar sturen en ervoor kunnen zorgen dat we met z’n alle een net zo grote bijdragen geleverd hebben.
Reflectief vermogen:
Door zelf te reflecteren en dit voornamelijk aan de hand van begrippen, ga ik zelf ook beter naar de begrippen toe kijken en in mijn eigen lessen hier meer rekening mee houden. Ik hoop echter dat dit het resultaat wordt van het reflecteren op andere.